Voeding

Voor een goede voedingsbodem zijn twee dingen belangrijk: de juiste voedingsstoffen en een goede bodemstructuur waardoor plantenwortels deze voedingsstoffen makkelijk kunnen bereiken.

Probeer een zo los mogelijke structuur te krijgen waardoor de bodem luchtig wordt. Het voordeel van een luchtige bodem is ook dat die meer water vasthoudt, zodat je minder vaak hoeft te sproeien.

 

Grondsoorten:

Op vrijwel elke grond kun je een mooie tuin creëren, als je maar weet welke soort het is. Zo herken je verschillende grondsoorten:

Kleigrond bestaat uit hele fijne, plakkerige deeltjes en valt in grote brokken uiteen als je spit. Klei houdt water goed vast, maar kan daardoor ook zompig worden. Zware, vette kleigrond is lastig te bewerken, maar wel erg vruchtbaar.

Zandgrond valt makkelijk uit elkaar, de gronddeeltjes zijn grover dan klei. De grond voelt korrelig aan. Zandgrond is goed waterdoorlatend, maar voedingsstoffen spoelen daardoor ook makkelijker weg.

Zavelgrond is een tussenvorm die water en voedingsstoffen redelijk goed kan vasthouden.

Veengrond bestaat grotendeels uit een dikke laag vergane takken en bladeren (humus). Veengrond is heel vruchtbaar. Je herkent deze grondsoort aan de zwarte kleur en de wat vochtige, sponsachtige structuur.

 

Er zijn drie soorten mest:

Ook al is de bodem van jouw tuin van nature niet erg vruchtbaar, dan kun je er met de juiste bemesting toch goede tuingrond van maken. Eigenlijk kun je kiezen uit drie soorten mest.

Compost verbetert de bodemstructuur, zodat plantenwortels de voedingsstoffen beter kunnen opnemen.

Dierlijke mest bevat iets meer voedingsstoffen dan compost en verbetert ook de bodemstructuur.

Kunstmest bevat eveneens de juiste voedingsstoffen, maar verbetert de bodemstructuur niet. Ook belast deze mest het milieu meer, omdat de productie van kunstmest veel energie kost en bovendien komen hierbij schadelijke stoffen vrij zoals cadmium, arseen en radioactief radium.

 

Aanvullende meststoffen:

Als de bodem een tekort heeft aan bepaalde voedingsstoffen kun je speciale meststoffen inzetten. Slachtafval voor extra fosfor en stikstof, vinassekali voor extra kalium en kalk om de zuurgraad te verminderen. Maar hoe herken je nu een tekort?

Stikstof is nodig voor de bladgroei. Een kleiner en lichter gekleurd blad duidt op een tekort.

Kalium bevordert de bloei en de vorming van vruchten. Zijn de bladeren geel of alleen de randen bruin, dan is er waarschijnlijk een kaliumtekort.

Fosfaat is nodig voor sterke wortels. Een tekort zie je aan paarse verkleuringen van het blad en een slechte vruchtontwikkeling.

Als laatste onthoud wel dat teveel mest je planten je planten zwak maakt!!!!

 

Veel tuinplezier

Bert

©  Webmaster Jl van Deventer